Het samenwerkingsverband Lucas Hoeben (Karla Hoeben en Martijn Lucas Smit) ontwikkelde voor galerie Kruis-Weg68 een tentoonstellingsconcept. Lucas Hoeben -die het werk altijd baseert op de wereld van de (beeldende) kunst- verdiepte zich in de geschiedenis van het pand en stuitte daarbij op de figuur J.H. De Bois.
Tentoonstelling
Lucas Hoeben
featuring Eva Pel
Peggy, Johannes & Seth
van 16 april tot en met 15 mei 2021
Peggy, Johannes & Seth
Deze Johannes De Bois dreef vanuit het pand aan Kruisweg 68 in vroeger tijden, van 1913 tot zijn dood in 1946, een kunsthandel. Hij verkocht hier werk van vooraanstaande moderne kunstenaars, zoals van Ensor, Kandinsky, Kokoschka, Klimt, en vooral van Vincent van Gogh.
Johannes
Daarnaast was De Bois uitgever, onder meer van de allereerste uitgave van Nescio’s ‘Dichtertje, De Uitvreter, Titaantjes’. In het Haarlems Dagblad werden zijn kunstkritieken over beeldende kunst én literatuur gepubliceerd. Hij was een begenadigd schrijver, enige tijd ging het gerucht dat hij zélf schuilging achter het pseudoniem Nescio.
De geschiedenis van deze De Bois ziet Lucas Hoeben als het startpunt van een tentoonstelling die tegelijkertijd het tentoonstellen als onderwerp neemt. Hierbij wordt een brug geslagen naar twee andere markante kunsthandelaren uit de 20e eeuw, om tegelijkertijd vanuit het lokale Haarlemse uit te zoomen naar een groter, mondialer verband. Lucas Hoeben richt zich hierbij op Peggy Guggenheim en Seth Siegelaub.
Peggy
Peggy Guggenheim (1898-1979) verloor op jonge leeftijd haar vader bij de ramp met de Titannic in 1912. Als twintiger vertrok ze met een exorbitante erfenis van haar familie naar Parijs om zich daar in het kunstleven te storten. In de jaren 30 opende ze een galerie in Londen, die ze in de jaren veertig uit angst voor de nazi’s verkaste naar New York. Ze bouwde zelf een omvangrijke collectie op met werken van onder meer Picasso, Max Ernst, Chagall, Duchamp en Jackson Pollock, een collectie die ze na de oorlog onderbrengt in een Venetiaans paleis, waar ze tot haar dood tussen de kunst woont. Het paleis en de collectie zijn sindsdien voor het publiek toegankelijk.
Seth
Seth Siegelaub (1941-2013) kent een niet minder tumultueuze geschiedenis. In de jaren 60 stond hij aan de wieg van wat men later conceptuele kunst zou gaan noemen. Met kunstenaars als Lawrence Weiner, Carl André, Jan Dibbets en Sol LeWitt ontwikkelde hij tentoonstellingen, waarbij het begrip tentoonstelling verregaand werd opgerekt. Zo kon een galeriepresentatie de vorm aannemen van een kalender, of de tentoonstelling de vorm aannemen van een gefotokopieerd boek. Op het moment dat hij -én de groep kunstenaars uit zijn stal- echt naam begint te krijgen vertrekt hij spoorslags naar Parijs om aldaar een bibliotheek en een uitgeverij voor links-radicale literatuur op te richten. Weer een decennium later vestigt hij zich in Amsterdam, waar hij een collectie historische textiel opbouwt en een bibliotheek over dit onderwerp opricht.
Drie kunsthandelaren: Peggy, Johannes & Seth
In de tentoonstelling Peggy, Johannes & Seth knoopt Lucas Hoeben de opeenvolgende historiën van deze drie markante kunsthandelaren aan elkaar, in een galerie-presentatie met nieuw werk, die tegelijkertijd de vorm aan zal nemen van een totaal-installatie. Lucas Hoeben roept daarbij de hulp in van collega-kunstenaar en artistic researcher Eva Pel, die een bijdrage zal leveren in de vorm van een aantal voor het project ontwikkelde werken.
SPEAKING OF —
De tentoonstelling Peggy, Johannes & Seth is een proloog van een langlopend project genaamd SPEAKING OF — , een project gebaseerd op de buitengewone nalatenschap van Seth Siegelaub. Het project, waarbij enkele tientallen kunstenaars betrokken zijn, wordt georganiseerd door Lucas Hoeben en Eva Pel, en wordt in deze ontwikkelingsfase ondersteund door het Cultuurstimuleringsfonds Gemeente Haarlem en door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.