Aandacht voor expositie Erik de Bree

Het Haarlems Dagblad kwam op 21 mei jl. met een publicatie over het werk van Erik de Bree. Aanleiding is zijn expositie GOOD TIMES ARE THE BEST TIMES dat t/m 15 juni nog is te bezoeken in onze galerie.

Erik de Bree
Haarlems Dagblad, 21 mei 2019 | Auteur Nuel Gieles | Foto United Photos / Paul Vreeker

Die expositie werd op 17 mei geopend door Jac de Ruiter. Jac is naast creatief partner bij het Haarlemse communicatiebureau Jung, ook een verzamelaar én een groot bewonderaar van de Bree. Hij kwam met een mooie speech die wij hieronder integraal hebben opgenomen. Nieuwsgierig geworden naar het werk van Erik de Bree? Zijn expositie  is nog bij ons te zien t/m 15 juni 2019.

Speech Jac de Ruiter

Er werd mij gevraagd een praatje te verzorgen ter ere van Erik de Bree’s solotentoonstelling, ‘Good times are the best times’. Hoe ik op de uitnodiging aangekondigd wenste te worden? Schrijf maar op dat ik een bewonderaar vanaf het eerste uur ben, was mijn antwoord. En zo geschiedde. Toen het zwart op wit stond vroeg ik me ineens af, wat is een bewonderaar eigenlijk precies? Wanneer ben je dat? In bewonderaar schuilt het woord raar, dus wellicht moet je een beetje raar doen om bewonderaar te zijn.

In de muziekbusiness spreekt men van groupies. Mensen die voor dag en dauw op straat liggen om een concertkaartje te bemachtigen, rondhangen bij kleedkamers en hotels met de hoop op een glimp of meer van hun idool. Laat mij u geruststellen, ik heb nimmer de nacht doorgebracht op een hotelkamer met Erik.

Hoe word je dan wel bewonderaar van Erik de Bree? Daarvoor moeten we tien jaar terug in de tijd. Het was 2009, ik wipte, zoals ik dat vaker deed, na een marktbezoekje onvoorbereid en zonder verwachtingen binnen bij de Vishal.

En daar hing het. Pats! Een zwarte berg, prominent, monumentaal te wezen, confronterend door omvang en het nachtdonkere kleurgebruik. Hier en daar gele lichtstipjes, sporen van lijnen en lopende verfresten. Niet bepaalt een opgewekt werk. Ik wist direct waar het zou komen te hangen. In onze huiskamer, niet boven- maar tegenover de bank. Ik wist ook dat ik voor een berg van een uitdaging stond. Hoe overtuig ik mijn vrouw Claudia, zo’n ongelofelijk aanwezig zwart kreng toe te laten tot onze huiselijke sfeer? Een tweede bezoek aan de Vishal, een aantal dagen later eindigde in een deceptie. De volgende tentoonstelling had zich aangediend, de zwarte berg was opgegaan in mist.

Er zat niets anders op, we moesten op zoek naar Erik. We vonden hem in een klein, slecht verlichtte kamer en aanschouwde het schilderij noodgedwongen van veel te dichtbij. Erik greep het moment, ’dit is Mount Shasta, een berg in Californië. Ik ben er nooit geweest, maar een berg is een berg, nietwaar? Zie de berg als een zelfconstructie, een toespeling op het collectief geheugen’. Door het verhaal werd het schilderij alleen maar mooier. Mijn interesse in het werk en de kunstenaar was gewekt. Maar om echt bewonderaar te worden is meer nodig.

Door atelier- en expositie bezoeken, ondermeer bij Horizontaal Verticaal aan het Spaarne, het kunstenaarscollectief waartoe Erik behoord, de gesprekken die we voerde, begon ik Erik’s motivatie en zijn ongeremde zoektocht naar een eigen signatuur beter te begrijpen.
‘Het experiment is het doel. Toeval mag, moet zelfs… om tot bijzondere resultaten te komen’, vertelde hij. Voor mij is zijn werk zeker niet alleen het aangaan van het experiment. Alles wat hij maakt is doordacht en goed voorbereid. Je voelt en ziet een duidelijk vakmanschap. Als ik u vertel dat veel werkstukken zijn atelier nooit zullen verlaten dan begrijpt u de kritisch blik van de kunstenaar. Alleen hij bepaalt wanneer het goed is. Hier in galerie Kruis-weg 68 hangen uitsluitend de pareltjes.

Met de hang naar experiment vindt Erik zichzelf telkens opnieuw uit. En dat mogen we bewonderenswaardig noemen. Hij bewandelt nooit de makkelijkste weg, wat zijn nog jonge ouvre des te spannender maakt. Zo ontstond in 2009-2011 de Serie ‘Wald’. Stelt u zich doeken voor van een boswandeling, dromerige fragmenten van takken, struiken en bosschages. Tot 2013 werkte Erik aan de serie: ‘Langolier’, vernoemd naar het happende monster uit het boek van Stephan King. Waar overigens in de jaren 90 een akelig slechte tv-serie van is uitgezonden. In Erik’s ‘Langolier’ zien we het experiment van het opbouwen om vervolgens weer af te breken ontstaan, waardoor het beeld zich eigenlijk juist weer opbouwt. We maken kennis met uitgescheurde stukken verf en door chemicaliën weggebeten stukken verf op doek. Tussendoor maakt Erik nog een uitstapje met ‘Damaged photo-serie’; zorgvuldig geselecteerde, gescheurde foto’s met sporen van verf in epoxy gegoten. Dit keer op een kleiner formaat.

En dan dient het belangrijke jaar 2014 zich aan. De Van Vlissingen Art Foundation daagt Erik uit om een soloshow te maken in Christie’s Amsterdam. Na een inspiratiereis naar de Azoren gaat hij al een bezetene aan de slag in zijn atelier, met als resultaat de serie: ‘Wallpaper paintings’. Geïnspireerd op vervallen in- en exterieurs die hij tijdens zijn reis aantrof maakt hij enorme met behang beplakte panelen waar hij door intuïtief te scheuren opportunistisch op zoek gaat naar het onverwachte. De verzameling behangpapier wil ik nog even apart benoemen, de speurtocht naar behangrollen is al experiment op zich. Het liefst werkt hij met materiaal uit vervlogen tijden.

Er viel een uitnodiging op de mat voor deze tentoonstelling. Ik had Erik al een poosje niet gesproken dus ik wist niet wat ik kon verwachten. Bij het binnentreden van Christie’s was de confrontatie vergelijkbaar met de Vishal. Pats! Groots, monumentaal, maar dit keer ook krankzinnig van kleur en compositie. Het enige wat ik kon bedenken was; wat jammer dat we te klein behuisd zijn. Waar laat je werkstukken van deze omvang? Het was overweldigend. U begrijpt mijn lot als bewonderaar voor het werk van Erik de Bree werd daar bij Christie’s definitief bezegelt. Vervolgens dacht ik… shit, nu heb ik Erik niet meer voor mijzelf. Toute chique Amsterdam of moet ik zeggen Nederland was aanwezig. Je kon over de hoofden lopen. Erik de Bree zou na Christie’s onbetaalbaar worden voor een verzamelaar met een bescheiden beurs. Gelukkig voor mij en u is dat enigszins meegevallen. Kijk om u heen, ga eens wat minder vaak uit eten of sla eens stedentripje over en u kunt zich een de Bree veroorloven. Ik kan u verzekeren, u heeft daar veel langer plezier van.

Jac de Ruiter, mei 2019

Scroll naar boven